kerkschatten

In het seizoen 2020-2021 hebben we het thema ‘Schatgraven’ benut.

Een uitdaging om oog te krijgen en te houden voor wat aan schoonheid en rijkdom dichtbij is. Het gaat dan niet om financiële rijkdom, maar om datgene dat je leven rijk maakt. In deze rubriek ziet u indrukken vanuit de Johannes de Dooperkerk. Bijzondere voorwerpen, elementen of schilderingen. Soms is iets van de achtergrond bekend, soms ook niet. In dat laatste geval zijn we blij met (jo)uw informatie hierbij…
 
  1. Deze muurschildering in de consistorie van de Johannes de Dooperkerk verbeeldt de drieslag ‘Geloof, hoop en liefde’ (uit 1 Corinthiërs 13). De schilder en de aanleiding zijn helaas niet bekend. Wie weet meer?

 
  1. In de consistorie staan twee oude en heel kleine voetenbankjes. Het ene exemplaar versierd met schilderwerk, het andere met de aanduidingen ‘F.A.V.’ en ‘1901’. Met vakmanschap en liefde vervaardigd; mooi om te zien. In 2 Kronieken 9:18 wordt melding gemaakt van ‘een gouden voetenbank’ bij de troon van Salomo. Zo chique gaat het in Warns niet toe, deze voetenbankjes zijn waarschijnlijk gemaakt en gebruikt vanwege een koud jaargetij. Inmiddels werkt de kachel goed 😉.







Deze kerkschat heeft al bij de eerste kennismaking in het beroepingswerk mijn hart gestolen. Het is een tekstbord dat in de hal van de kerk hangt en over praktische zaken lijkt te gaan. ‘Men wordt vriendelijk en tevens dringend verzocht binnen het kerkgebouw niet te rooken en te pruimen’.
Mooi hoe men al nadacht over een niet te stevig geformuleerd verbod, dat tegelijk aan duidelijkheid niets te wensen overliet. Zo koos men voor de tweetrapsraket vriendelijk en tevens dringend.
Een aandoenlijk gevolg van deze zorgvuldigheid was dat het bord al tot halverwege gevuld raakte. Dan zien we een voortschrijdend inzicht bij de schilder: Wat zit er nou achter deze praktische vraag? Het verlangen om het in kerk goed te laten zijn. En de ervaringswijsheid dat het met zoveel verschillende kerkgangers niet vanzelf spreekt dat het er ook goed blijft. De schilder maakt van de punt achter pruimen een komma en zet zijn sierlijke schrift verder tot een conclusie. In een kleinere letter vanwege de beperkte ruimte, maar daarmee ontvangt dit slot een extra klemtoon. ‘Noch (nog) iets te bederven.’ Als een soort samenvatting van de kerkorde vertellen vier woorden van het geheim: We zijn hier genodigd, we leven als gasten, en ontvangen een rijkdom aan kansen. Maak dat nou niet stuk, heb eerbied voor dat goede, bederf het niet.
Zo is dit bord ook een weergave van wat er in een kerkdienst kan gebeuren. Dat je binnenkomt met een hoofd vol praktische zaken en dat je, door wat er in de dienst klinkt, uitkomt bij de achterliggende kern. Bij waar het ten diepste om draait. Wat je noemt een kerkschat.
(ds. Michiel de Zeeuw)
 
terug